Brink 4 - Assen
Volg ons
Waardeel 2024-3

Waardeel 2024-3

Turf, kolen en het weer
Een eeuwenoude versie van een soapserie in Hoogeveen
De positie van Drentse vrouwen in de late middeleeuwen
Bewaarplaatsen van het kadaster
Nieuwe informatie over oude vondsten
Het hertje van Van Meegeren

De turfproductie vond plaats in weer en wind
De turfwinning was lange tijd van groot belang voor de Drentse economie, maar vanaf de jaren zeventig van de negentiende eeuw zette de geleidelijke verdringing van turf door steenkool definitief door. Kolen kwamen niet alleen in grotere hoeveelheden en tegen steeds lagere prijzen op de markt, maar hadden ook andere voordelen. De productie van turf was, anders dan die van steenkool, sterk afhankelijk van de weersomstandigheden. Het was per slot van rekening een vorm van dagbouw waarbij de productie zich aan de oppervlakte voltrok. Ook opslag en transport vonden plaats in weer en wind. De weersafhankelijkheid was weliswaar geen doorslaggevende, maar wel een belangrijke factor in de uiteindelijke teloorgang van de turfwinning.

De productie van turf 
Het graven en baggeren van turf vond plaats van 21 maart tot 21 juni. Deze periode was niet toevallig gekozen. Voor 21 maart zat er (destijds) nog vaak vorst in de grond. Het kwam ook regelmatig voor dat de start van de campagne wegens vorst moest worden uitgesteld, of dat deze, eenmaal begonnen, weer moest worden stopgezet. De einddatum was gekozen omdat de turf voor de eerste vroege nachtvorsten in september voldoende gedroogd moest zijn. Het Nieuwsblad van het Noorden van 10 maart 1895 beschreef wat er met de turf gebeurde toen dat het najaar daarvoor niet het geval was:

“Veel van de gegraven specie kon in het gepasseerde jaar door de vochtigheid niet in hoopen worden gebracht en moest in zoogenaamde ringen op het veld overwinteren. Door beurtelings afwisselende vorst en dooiweder, gepaard met grooten sneeuwval, zijn deze ringen herhaaldelijk bevroren en weder ontdooid. Tengevolge hiervan zijn ze gemetamorphoseerd tot ‘smoeze’ en hebben zoo goed als alle waarde als brandstof verloren.”

Toen tijdens de Eerste Wereldoorlog de vraag naar turf flink toenam en de prijzen sterk stegen, waagden de verveners het de campagne langer te laten doorlopen. In 1915 ging dat goed mis. Door de vele regens lukte het niet alle turf voor de winter droog te krijgen. Om bevriezing te voorkomen gingen ze noodgedwongen over op het inkuilen van de turf. De kosten van de extra werkzaamheden werden echter ruimschoots gecompenseerd door de hogere opbrengsten.

Het hele artikel kunt u lezen in Waardeel 2024-3